Enkele honderden miljoenen mensen wereldwijd hebben een baan in een kantoor. Velen van hen zijn ontevreden met de klimatologische omstandigheden die daar heersen. De meest gehoorde redenen daarvoor zijn klachten over de thermische behaaglijkheid en over de kwaliteit van de lucht.
De klachten moeten meestal onderzocht worden door een meettechnicus. Die ziet zich geplaatst voor de uitdaging om de thermische waarneming van de werknemers objectief te beoordelen, om te kunnen vaststellen of de klachten gegrond zijn, en om eventueel de oorzaken ervan te lokaliseren en te verhelpen. Daarbij staat buiten kijf dat de klachten alleen al om economische redenen serieus genomen moeten worden, aangezien de prestaties van werknemers in een directe relatie staan tot de omgevingsomstandigheden op de werkplek.
Deze praktijkgids dient ertoe, de verantwoordelijken voor het binnenklimaat te helpen en mogelijkheden te laten zien van hoe bij klachten opgetreden kan worden om de subjectieve indrukken van de behaaglijkheid objectief te beoordelen.
Thermische behaaglijkheid is zeer bepalend voor het lichamelijke en geestelijke prestatievermogen.
De menselijke waarneming van warmte hangt grotendeels af van het thermische evenwicht (warmtebalans) van het lichaam. Dit evenwicht wordt beïnvloed door lichamelijke activiteit, kleding en door de parameters van het binnenklimaat. Die parameters zijn:
Luchttemperatuur
Stralingstemperatuur
Luchtsnelheid (tocht)
Luchtvochtigheid
Mensen ervaren een ruimte als thermisch behaaglijk als ze zich thermisch neutraal voelen. Die situatie ontstaat als ze de klimaatparameters (temperatuur, vochtigheid, tocht en warmtestraling) in hun omgeving als prettig ervaren. Men wenst noch warmere noch koudere, noch drogere noch vochtigere lucht in de ruimte. Ook het soort activiteit en de kleding bepalen mede, wanneer thermische behaaglijkheid bestaat.
1. Inleiding
2. Wat is thermische behaaglijkheid?
3. Redenen voor de inzet van meettechniek bij de thermische beoordeling op werkplekken.
4. Optreden van de meettechnicus bij klachten
4.1. Voorbereiding
4.2. Meting binnenluchttemperatuur en binnenluchtvochtigheid
4.3. PMV-PPD-meting
4.4. Meting turbulentiegraad en tocht
4.5. Andere criteria ter beoordeling van de behaaglijkheid
4.6. Beoordeling van de binnenluchtkwaliteit
5. Conclusie